Duits
Uitgebreide vertaling voor unverletzt (Duits) in het Nederlands
unverletzt:
-
unverletzt (unversehrt; unbeschädigt; gesund)
ongedeerd; ongeschonden; ongekwetst; heelhuids-
ongedeerd bijvoeglijk naamwoord
-
ongeschonden bijvoeglijk naamwoord
-
ongekwetst bijvoeglijk naamwoord
-
heelhuids bijwoord
-
Vertaal Matrix voor unverletzt:
Bijvoeglijk Naamwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
ongedeerd | gesund; unbeschädigt; unverletzt; unversehrt | |
ongeschonden | gesund; unbeschädigt; unverletzt; unversehrt | |
Bijwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
heelhuids | gesund; unbeschädigt; unverletzt; unversehrt | |
Bijwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
ongekwetst | gesund; unbeschädigt; unverletzt; unversehrt |
Synoniemen voor "unverletzt":
Wiktionary: unverletzt
unverletzt
Cross Translation:
adjective
-
niet verwond door het gebeuren
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• unverletzt | → ongedeerd | ↔ unhurt — not hurt |