Overzicht
Duits naar Nederlands:   Meer gegevens...
  1. unsportlich:


Duits

Uitgebreide vertaling voor unsportlich (Duits) in het Nederlands

unsportlich:

unsportlich bijvoeglijk naamwoord

  1. unsportlich (unlauter; unfair)
    unfair; onsportief

Vertaal Matrix voor unsportlich:

Bijvoeglijk NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
onsportief unfair; unlauter; unsportlich
unfair unfair; unlauter; unsportlich grundlos; unberechtigt; unbillig; unehrlich; unfair; ungerecht; unlauter; unverdient

Synoniemen voor "unsportlich":