Overzicht
Duits naar Nederlands: Meer gegevens...
- unpraktisch:
-
Wiktionary:
- unpraktisch → onhandig, onpraktisch, ongemakkelijk, storend, niet van pas komend, ongelegen
Duits
Uitgebreide vertaling voor unpraktisch (Duits) in het Nederlands
unpraktisch:
-
unpraktisch (unausführbar; unhandlich)
onbegonnen; onuitvoerbaar; onpraktisch-
onbegonnen bijvoeglijk naamwoord
-
onuitvoerbaar bijvoeglijk naamwoord
-
onpraktisch bijvoeglijk naamwoord
-
-
unpraktisch (unrealisierbar; unmöglich; unrealistisch; undurchführbar; unausführbar; nichtausführbar)
ondoenlijk; onrealiseerbaar; onuitvoerbaar; onhaalbaar-
ondoenlijk bijvoeglijk naamwoord
-
onrealiseerbaar bijvoeglijk naamwoord
-
onuitvoerbaar bijvoeglijk naamwoord
-
onhaalbaar bijvoeglijk naamwoord
-
Vertaal Matrix voor unpraktisch:
Bijvoeglijk Naamwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
onbegonnen | unausführbar; unhandlich; unpraktisch | |
ondoenlijk | nichtausführbar; unausführbar; undurchführbar; unmöglich; unpraktisch; unrealisierbar; unrealistisch | |
onhaalbaar | nichtausführbar; unausführbar; undurchführbar; unmöglich; unpraktisch; unrealisierbar; unrealistisch | |
onpraktisch | unausführbar; unhandlich; unpraktisch | |
onuitvoerbaar | nichtausführbar; unausführbar; undurchführbar; unhandlich; unmöglich; unpraktisch; unrealisierbar; unrealistisch | |
Bijwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
onrealiseerbaar | nichtausführbar; unausführbar; undurchführbar; unmöglich; unpraktisch; unrealisierbar; unrealistisch |
Wiktionary: unpraktisch
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• unpraktisch | → onhandig; onpraktisch | ↔ impractical — not practical |
• unpraktisch | → ongemakkelijk; storend; niet van pas komend; ongelegen | ↔ inconvenient — not convenient |