Duits
Uitgebreide vertaling voor ungeübt (Duits) in het Nederlands
ungeübt:
-
ungeübt (unerfahren; unreif)
onervaren; onbedreven; ongeoefend-
onervaren bijvoeglijk naamwoord
-
onbedreven bijvoeglijk naamwoord
-
ongeoefend bijvoeglijk naamwoord
-
-
ungeübt (ungebildet; unkundig; unwissend; ungelehrt; unterentwickelt; unentwickelt)
niet onderwezen; onontwikkeld; ongeletterd; ongeleerd-
niet onderwezen bijvoeglijk naamwoord
-
onontwikkeld bijvoeglijk naamwoord
-
ongeletterd bijvoeglijk naamwoord
-
ongeleerd bijvoeglijk naamwoord
-
-
ungeübt (unwissend; unkundig; ungebildet; ungelehrt; unterentwickelt; unentwickelt)
Vertaal Matrix voor ungeübt:
Bijvoeglijk Naamwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
onbedreven | unerfahren; ungeübt; unreif | |
onervaren | unerfahren; ungeübt; unreif | |
ongeleerd | unentwickelt; ungebildet; ungelehrt; ungeübt; unkundig; unterentwickelt; unwissend | |
ongeletterd | unentwickelt; ungebildet; ungelehrt; ungeübt; unkundig; unterentwickelt; unwissend | |
ongeoefend | unerfahren; ungeübt; unreif | |
onontwikkeld | unentwickelt; ungebildet; ungelehrt; ungeübt; unkundig; unterentwickelt; unwissend | unentwickelt; ungebildet; unterentwickelt |
onwetend | unentwickelt; ungebildet; ungelehrt; ungeübt; unkundig; unterentwickelt; unwissend | |
Bijwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
niet onderwezen | unentwickelt; ungebildet; ungelehrt; ungeübt; unkundig; unterentwickelt; unwissend |