Overzicht
Duits naar Nederlands:   Meer gegevens...
  1. unfruchtbar:
  2. Wiktionary:


Duits

Uitgebreide vertaling voor unfruchtbar (Duits) in het Nederlands

unfruchtbar:

unfruchtbar bijvoeglijk naamwoord

  1. unfruchtbar
    infertiel; onvruchtbaar
  2. unfruchtbar (dürr)
    onbegroeid; bar
  3. unfruchtbar (vertrocknet; trocken; dürr; )
    droog; verdord; dor
    • droog bijvoeglijk naamwoord
    • verdord bijvoeglijk naamwoord
    • dor bijvoeglijk naamwoord
  4. unfruchtbar (dürr; schal; trocken; )
    schraal; dor
    • schraal bijvoeglijk naamwoord
    • dor bijvoeglijk naamwoord

Vertaal Matrix voor unfruchtbar:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
bar Ausschank; Gasthaus; Gaststätte; Gastwirtschaft; Kneipe; Schanktisch; Schenke; Theke; Wirtschaft; Wirtshaus; Wirtsstube
Bijvoeglijk NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
bar dürr; unfruchtbar armselig
dor dürr; fruchtlos; karg; kärglich; schal; schofel; schäbig; trocken; unfruchtbar; vertrocknet; welk; öde
droog dürr; fruchtlos; karg; trocken; unfruchtbar; vertrocknet; welk; öde dürr; karg; knapp; kärglich; mager; trocken
infertiel unfruchtbar
onbegroeid dürr; unfruchtbar
onvruchtbaar unfruchtbar
schraal dürr; karg; kärglich; schal; schofel; schäbig; trocken; unfruchtbar; öde anspruchslos; armselig; dünn; dürftig; dürr; einfach; empfindlich; eng; fein; flau; gebrechlich; gedrungen; gering; geringfügig; grundlos; hager; handlich; hilflos; hinfällig; hohl; karg; klein; kläglich; knapp; kränklich; kärglich; mager; miserabel; nichtig; schadhaft; schlaff; schlapp; schlecht; schlicht; schmächtig; schwach; schwächlich; schäbig; schütter; sehrklein; sparsam; spärlich; trocken; ungültig; unscheinbar; vergänglich; winzig; zerbrechlich; ärmlich; öde
verdord dürr; fruchtlos; karg; trocken; unfruchtbar; vertrocknet; welk; öde verdorrt; verwelkt

Synoniemen voor "unfruchtbar":


Wiktionary: unfruchtbar


Cross Translation:
FromToVia
unfruchtbar onvruchtbaar; steriel barren — unable to bear children; sterile
unfruchtbar onvruchtbaar; steriel sterile — unable to reproduce
unfruchtbar onvruchtbaar; onvruchtbare; steriel; steriele stérile — Incapable de se reprodure (1)