Overzicht
Duits naar Nederlands:   Meer gegevens...
  1. unbeschränkt:
  2. Wiktionary:


Duits

Uitgebreide vertaling voor unbeschränkt (Duits) in het Nederlands

unbeschränkt:

unbeschränkt bijvoeglijk naamwoord

  1. unbeschränkt (uneingeschränkt; unbegrenzt; unlimitiert; )
    onbeperkt; onbegrensd
  2. unbeschränkt (unlimitiert; unbegrenzt; uneingeschränkt; grenzenlos)
    ongelimiteerd

Vertaal Matrix voor unbeschränkt:

Bijvoeglijk NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
onbegrensd endlos; grenzenlos; unbegrenzt; unbeschränkt; uneingeschränkt; unendlich; unlimitiert
onbeperkt endlos; grenzenlos; unbegrenzt; unbeschränkt; uneingeschränkt; unendlich; unlimitiert
ongelimiteerd grenzenlos; unbegrenzt; unbeschränkt; uneingeschränkt; unlimitiert

Synoniemen voor "unbeschränkt":


Wiktionary: unbeschränkt


Cross Translation:
FromToVia
unbeschränkt grenzeloos; oneindig endless — indefinite