Duits
Uitgebreide vertaling voor unaussprechlich (Duits) in het Nederlands
unaussprechlich:
-
unaussprechlich (enorm; unglaublich)
zeer groot; onnoembaar; enorm groot-
zeer groot bijvoeglijk naamwoord
-
onnoembaar bijvoeglijk naamwoord
-
enorm groot bijvoeglijk naamwoord
-
-
unaussprechlich
onuitsprekelijk-
onuitsprekelijk bijvoeglijk naamwoord
-
Vertaal Matrix voor unaussprechlich:
Bijvoeglijk Naamwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
onnoembaar | enorm; unaussprechlich; unglaublich | |
onuitsprekelijk | unaussprechlich | |
Bijwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
enorm groot | enorm; unaussprechlich; unglaublich | |
zeer groot | enorm; unaussprechlich; unglaublich | eindrucksvoll; enorm; fabelhaft; gewaltig; gigantisch; grandios; groß; großartig; himmelweit; immens; imponierend; imposant; irre; kapital; kolossal; riesenhaft; riesig; stark; titanisch; toll; triumphal; unermeßlich; ungeheuer; überwältigend |