Duits
Uitgebreide vertaling voor unüblich (Duits) in het Nederlands
unüblich:
-
unüblich (äußerst; besonders; höchst; extrem; außergewöhnlich; schlimmst; speziell; außerordentlich; furchtbar; merkwürdig; einzigartig; sonderbar; exklusive; ungewöhnlich; ultra; selten; ungewohn; exzentrisch)
-
unüblich (ungebräuchlich; ungewöhnlich)
ongebruikelijk-
ongebruikelijk bijvoeglijk naamwoord
-
-
unüblich (ungewohnt; ungewohn; außergewöhnlich; ungewöhnlich; außerordentlich)
ongewoon; niet gewend; ongemeen-
ongewoon bijvoeglijk naamwoord
-
niet gewend bijvoeglijk naamwoord
-
ongemeen bijvoeglijk naamwoord
-
Vertaal Matrix voor unüblich:
Synoniemen voor "unüblich":
Wiktionary: unüblich
unüblich
adjective
-
niet conform datgene wat gebruikelijk is
Computer vertaling door derden: