Home ->Woordenboeken ->Duits/Nederlands ->Vertaal umherschweifen

Vertaal umherschweifen van Duits naar Nederlands

Overzicht
Duits naar Nederlands:   Meer gegevens...
  1. umherschweifen:
  2. Wiktionary:
    • umherschweifen → dolen

Duits

Uitgebreide vertaling voor umherschweifen (Duits) in het Nederlands

umherschweifen:

umherschweifen werkwoord (schweife umher, schweifst umher, schweift umher, schweifte umher, schweiftet umher, umhergeschweift)

  1. umherschweifen (herumstreunen; streunen; herumstreifen)
    rondzwerven; zwerven; aan de zwerf zijn
    • rondzwerven werkwoord (zwerf rond, zwerft rond, zwierf rond, zwierven rond, rondgezworven)
    • zwerven werkwoord (zwerf, zwerft, zwierf, zwierven, gezworven)
    • aan de zwerf zijn werkwoord (ben aan de zwerf, bent aan de zwerf, is aan de zwerf, was aan de zwerf, waren aan de zwerf, aan de zwerf geweest)
  2. umherschweifen (herumstreifen; herumschnüffeln; streifen; )
    rondkijken; rondneuzen; struinen; om zich heen kijken; rondscharrelen; rondsnuffelen
    • rondkijken werkwoord (kijk rond, kijkt rond, keek rond, keken rond, rondgekeken)
    • rondneuzen werkwoord (neus rond, neust rond, neusde rond, neusden rond, rondgeneusd)
    • struinen werkwoord (struin, struint, struinde, struinden, gestruind)
    • rondscharrelen werkwoord (scharrel rond, scharrelt rond, scharrelde rond, scharrelden rond, rondgescharreld)
    • rondsnuffelen werkwoord (snuffel rond, snuffelt rond, snuffelde rond, snuffelden rond, rondgesnuffeld)
  3. umherschweifen (herumstreunen; schweifen; streunen; herumstreifen)
    rondzwerven; ronddolen
    • rondzwerven werkwoord (zwerf rond, zwerft rond, zwierf rond, zwierven rond, rondgezworven)
    • ronddolen werkwoord (dool rond, doolt rond, doolde rond, doolden rond, rondgedoold)
  4. umherschweifen (wandern; streifen; herumreisen; )
    zwerven; omzwerven
    • zwerven werkwoord (zwerf, zwerft, zwierf, zwierven, gezworven)
    • omzwerven werkwoord (omzwerf, omzwerft, omzworf, omzworven, omgezworven)
  5. umherschweifen (herumstreifen)
    ronddarren

Conjugations for umherschweifen:

Präsens
  1. schweife umher
  2. schweifst umher
  3. schweift umher
  4. schweifen umher
  5. schweift umher
  6. schweifen umher
Imperfekt
  1. schweifte umher
  2. schweiftest umher
  3. schweifte umher
  4. schweiften umher
  5. schweiftet umher
  6. schweiften umher
Perfekt
  1. habe umhergeschweift
  2. hast umhergeschweift
  3. hat umhergeschweift
  4. haben umhergeschweift
  5. habt umhergeschweift
  6. haben umhergeschweift
1. Konjunktiv [1]
  1. schweife umher
  2. schweifest umher
  3. schweife umher
  4. schweifen umher
  5. schweifet umher
  6. schweifen umher
2. Konjunktiv
  1. schweifte umher
  2. schweiftest umher
  3. schweifte umher
  4. schweiften umher
  5. schweiftet umher
  6. schweiften umher
Futur 1
  1. werde umherschweifen
  2. wirst umherschweifen
  3. wird umherschweifen
  4. werden umherschweifen
  5. werdet umherschweifen
  6. werden umherschweifen
1. Konjunktiv [2]
  1. würde umherschweifen
  2. würdest umherschweifen
  3. würde umherschweifen
  4. würden umherschweifen
  5. würdet umherschweifen
  6. würden umherschweifen
Diverses
  1. schweif umher!
  2. schweift umher!
  3. schweifen Sie umher!
  5. umhergeschweift
  6. umherschweifend
1. ich, 2. du, 3. er/sie/es, 4. wir, 5. ihr, 6. sie/Sie

Vertaal Matrix voor umherschweifen:

WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
aan de zwerf zijn herumstreifen; herumstreunen; streunen; umherschweifen
om zich heen kijken herumschnüffeln; herumstreifen; herumstreunen; schweifen; sich umschauen; sich umsehen; streifen; streunen; umherblicken; umherschweifen
omzwerven herumirren; herumreisen; herumschlendern; herumspazieren; herumwandeln; irren; schwalken; schweifen; sichherumtreiben; streichen; streifen; streunen; trampen; umherschweifen; wandern
ronddarren herumstreifen; umherschweifen
ronddolen herumstreifen; herumstreunen; schweifen; streunen; umherschweifen
rondkijken herumschnüffeln; herumstreifen; herumstreunen; schweifen; sich umschauen; sich umsehen; streifen; streunen; umherblicken; umherschweifen
rondneuzen herumschnüffeln; herumstreifen; herumstreunen; schweifen; sich umschauen; sich umsehen; streifen; streunen; umherblicken; umherschweifen
rondscharrelen herumschnüffeln; herumstreifen; herumstreunen; schweifen; sich umschauen; sich umsehen; streifen; streunen; umherblicken; umherschweifen
rondsnuffelen herumschnüffeln; herumstreifen; herumstreunen; schweifen; sich umschauen; sich umsehen; streifen; streunen; umherblicken; umherschweifen
rondzwerven herumstreifen; herumstreunen; schweifen; streunen; umherschweifen
struinen herumschnüffeln; herumstreifen; herumstreunen; schweifen; sich umschauen; sich umsehen; streifen; streunen; umherblicken; umherschweifen
zwerven herumirren; herumreisen; herumschlendern; herumspazieren; herumstreifen; herumstreunen; herumwandeln; irren; schwalken; schweifen; sichherumtreiben; streichen; streifen; streunen; trampen; umherschweifen; wandern herumreisen; reisen; umherreisen

Wiktionary: umherschweifen

Cross Translation:
FromToVia
• umherschweifen → dolen ↔ wander — to go somewhere indirectly

Computer vertaling door derden:






Uw gratis, snelle en simpele vertaal woordenboek

Copyright © 2000-2024 Interglot ®

Pagina gepresenteerd in 0.1110 seconde
Page rendered in 1.0 seconds