Overzicht
Duits naar Nederlands: Meer gegevens...
- trostlos:
-
Wiktionary:
- trostlos → guur, desolaat, mistroostig
Duits
Uitgebreide vertaling voor trostlos (Duits) in het Nederlands
trostlos:
-
trostlos (mismutig)
triest; mistroostig; somber; grauw; vreugdeloos; troosteloos-
triest bijvoeglijk naamwoord
-
mistroostig bijvoeglijk naamwoord
-
somber bijvoeglijk naamwoord
-
grauw bijvoeglijk naamwoord
-
vreugdeloos bijvoeglijk naamwoord
-
troosteloos bijvoeglijk naamwoord
-
-
trostlos
-
trostlos (tiefbetrübt; untröstlich)
ontroostbaar; zielsbedroefd; niet te troosten-
ontroostbaar bijvoeglijk naamwoord
-
zielsbedroefd bijvoeglijk naamwoord
-
niet te troosten bijvoeglijk naamwoord
-
Vertaal Matrix voor trostlos:
Synoniemen voor "trostlos":
Wiktionary: trostlos
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• trostlos | → guur; desolaat | ↔ bleak — desolate and exposed |
• trostlos | → mistroostig | ↔ disconsolate — cheerless, dreary |