Overzicht
Duits naar Nederlands: Meer gegevens...
- transplantieren:
-
Wiktionary:
- transplantieren → transplanteren
Duits
Uitgebreide vertaling voor transplantieren (Duits) in het Nederlands
transplantieren:
transplantieren werkwoord (transplantiere, transplantierst, transplantiert, transplantierte, transplantiertet, transplantiert)
-
transplantieren (verpflanzen)
transplanteren-
transplanteren werkwoord (transplanteer, transplanteert, transplanteerde, transplanteerden, getransplanteerd)
-
-
transplantieren (umpflanzen; umsetzen; verpflanzen)
-
transplantieren (verpflanzen; versetzen)
Conjugations for transplantieren:
Präsens
- transplantiere
- transplantierst
- transplantiert
- transplantieren
- transplantiert
- transplantieren
Imperfekt
- transplantierte
- transplantiertest
- transplantierte
- transplantierten
- transplantiertet
- transplantierten
Perfekt
- habe transplantiert
- hast transplantiert
- hat transplantiert
- haben transplantiert
- habt transplantiert
- haben transplantiert
1. Konjunktiv [1]
- transplantiere
- transplantierest
- transplantiere
- transplantieren
- transplantieret
- transplantieren
2. Konjunktiv
- transplantierte
- transplantiertest
- transplantierte
- transplantierten
- transplantiertet
- transplantierten
Futur 1
- werde transplantieren
- wirst transplantieren
- wird transplantieren
- werden transplantieren
- werdet transplantieren
- werden transplantieren
1. Konjunktiv [2]
- würde transplantieren
- würdest transplantieren
- würde transplantieren
- würden transplantieren
- würdet transplantieren
- würden transplantieren
Diverses
- transplantier!
- transplantiert!
- transplantieren Sie!
- transplantiert
- transplantierend
1. ich, 2. du, 3. er/sie/es, 4. wir, 5. ihr, 6. sie/Sie
Vertaal Matrix voor transplantieren:
Werkwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
overplanten | transplantieren; umpflanzen; umsetzen; verpflanzen | |
transplanteren | transplantieren; verpflanzen | |
verpoten | transplantieren; verpflanzen; versetzen |
Synoniemen voor "transplantieren":
Wiktionary: transplantieren
transplantieren
verb
-
de overzetting van biologisch materiaal naar een andere plaats in hetzelfde of naar een ander lichaam
Computer vertaling door derden: