Overzicht


Duits

Uitgebreide vertaling voor sumpfig (Duits) in het Nederlands

sumpfig:

sumpfig bijvoeglijk naamwoord

  1. sumpfig (schlammig; trübe; tonig; lehmig)
    modderig; drassig; pruttig; baggerig; slibberig; slijkerig; drabbig; slibachtig
  2. sumpfig (morastig)
    moerassig; drassig

Vertaal Matrix voor sumpfig:

Bijvoeglijk NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
drabbig lehmig; schlammig; sumpfig; tonig; trübe schlammig; trüb; trübe
drassig lehmig; morastig; schlammig; sumpfig; tonig; trübe
modderig lehmig; schlammig; sumpfig; tonig; trübe
moerassig morastig; sumpfig
slibberig lehmig; schlammig; sumpfig; tonig; trübe
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
baggerig lehmig; schlammig; sumpfig; tonig; trübe
pruttig lehmig; schlammig; sumpfig; tonig; trübe
slibachtig lehmig; schlammig; sumpfig; tonig; trübe
slijkerig lehmig; schlammig; sumpfig; tonig; trübe

Synoniemen voor "sumpfig":


Verwante vertalingen van sumpfig