Overzicht
Duits naar Nederlands:   Meer gegevens...
  1. stier:


Duits

Uitgebreide vertaling voor stier (Duits) in het Nederlands

stier:

stier bijvoeglijk naamwoord

  1. stier (stramm; steif; schwerfällig; )
    stijf; stroef; houterig; stram; stijve

Vertaal Matrix voor stier:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
stijve Erection; Steife
Bijvoeglijk NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
houterig hauteng; hölzern; prall; rauh; schneidig; schwerfällig; standhaft; starr; starrköpfig; steif; stelzbeinig; stier; straff; stramm; streng; unbeugsam; unerschütterlich; unverwandt
stijf hauteng; hölzern; prall; rauh; schneidig; schwerfällig; standhaft; starr; starrköpfig; steif; stelzbeinig; stier; straff; stramm; streng; unbeugsam; unerschütterlich; unverwandt abgemessen reden
stijve hauteng; hölzern; prall; rauh; schneidig; schwerfällig; standhaft; starr; starrköpfig; steif; stelzbeinig; stier; straff; stramm; streng; unbeugsam; unerschütterlich; unverwandt
stram hauteng; hölzern; prall; rauh; schneidig; schwerfällig; standhaft; starr; starrköpfig; steif; stelzbeinig; stier; straff; stramm; streng; unbeugsam; unerschütterlich; unverwandt
stroef hauteng; hölzern; prall; rauh; schneidig; schwerfällig; standhaft; starr; starrköpfig; steif; stelzbeinig; stier; straff; stramm; streng; unbeugsam; unerschütterlich; unverwandt