Overzicht
Duits naar Nederlands:   Meer gegevens...
  1. spritzig:


Duits

Uitgebreide vertaling voor spritzig (Duits) in het Nederlands

spritzig:

spritzig bijvoeglijk naamwoord

  1. spritzig (schick; flott; fesch)
    flitsend; vlot
  2. spritzig
    spatterig

Vertaal Matrix voor spritzig:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
vlot Floß; Flöße; Holzfloß
Bijvoeglijk NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
vlot fesch; flott; schick; spritzig fesch; fließend; flink; flott; flüssig; geschwind; hastig; im Trend; leicht; modisch; mödisch; mühelos; rasch; schick; schlechthin; schleunig; schnell; strömend
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
flitsend fesch; flott; schick; spritzig fesch; flott; im Trend; modisch; mödisch; schick
spatterig spritzig

Synoniemen voor "spritzig":