Overzicht
Duits naar Nederlands:   Meer gegevens...
  1. spontan:
  2. Wiktionary:


Duits

Uitgebreide vertaling voor spontan (Duits) in het Nederlands

spontan:

spontan bijvoeglijk naamwoord

  1. spontan (freiwillig; zwanglos; ungekünstelt; )
    vrijwillig; spontaan; uit vrije wil; onverplicht

Vertaal Matrix voor spontan:

Bijvoeglijk NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
onverplicht frei; freiwillig; natürlich; spontan; uneigennützig; ungekünstelt; ungezwungen; zwanglos
spontaan frei; freiwillig; natürlich; spontan; uneigennützig; ungekünstelt; ungezwungen; zwanglos
vrijwillig frei; freiwillig; natürlich; spontan; uneigennützig; ungekünstelt; ungezwungen; zwanglos
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
uit vrije wil frei; freiwillig; natürlich; spontan; uneigennützig; ungekünstelt; ungezwungen; zwanglos

Synoniemen voor "spontan":


Wiktionary: spontan


Cross Translation:
FromToVia
spontan spontaan spontané — Que l’on fait de soi-même, de façon autonome.