Solide in het Nederlands vertaald uit het Duits

Remove Ads

Overzicht

Duits naar Nederlands: Meer gegevens...

solide:
- betrouwbaar; deugdelijk; degelijk; solide; stevig; sterk; robuust; ferm; stevig gebouwd; flink; fiks; bekend; vertrouwd; degelijke; stabiel; gedegen; van goede hoedanigheid; doortimmerd; gefundeerd; onderbouwd
Wiktionary:
- solide → solide, degelijk
- solide → solide, stevig, degelijk, deugdelijk, flink, gedegen, hecht, vast

Duits

Uitgebreide vertaling voor solide (Duits) in het Nederlands

solide:

solide bijvoeglijk naamwoord

solide (rechtschaffen; zuverlässig; gründlich; dauerhaft; tauglich; gediegen; tüchtig; stabil; solid; handfest; fest; kräftig; robust; effektiv)
betrouwbaar; deugdelijk; degelijk
- betrouwbaar bijvoeglijk naamwoord
- deugdelijk bijvoeglijk naamwoord
- degelijk bijvoeglijk naamwoord
solide (kräftig; forsch; robust; kraftvoll; stabil; derb; gediegen; eisern)
solide; stevig; sterk; robuust; ferm; stevig gebouwd; flink; fiks
- solide bijvoeglijk naamwoord
- stevig bijvoeglijk naamwoord
- sterk bijvoeglijk naamwoord
- robuust bijvoeglijk naamwoord
- ferm bijvoeglijk naamwoord
- stevig gebouwd bijvoeglijk naamwoord
- flink bijvoeglijk naamwoord
- fiks bijvoeglijk naamwoord
solide (bekannt; zuverlässig; familiär; glaubwürdig; glaubhaft; gewohnt; solvabel)
bekend; vertrouwd
- bekend bijvoeglijk naamwoord
- vertrouwd bijvoeglijk naamwoord
solide (gediegen; zuverlässig)
degelijke
- degelijke bijvoeglijk naamwoord
solide (zuverlässig; fest; gediegen; robust; dauerhaft; kräftig; tauglich; stabil; handfest)
solide; stevig; degelijk
- solide bijvoeglijk naamwoord
- stevig bijvoeglijk naamwoord
- degelijk bijvoeglijk naamwoord
solide (stabil; dauerhaft; stark; robust)
stabiel; stevig
- stabiel bijvoeglijk naamwoord
- stevig bijvoeglijk naamwoord
solide (gründlich; zuverlässig; tüchtig; gediegen; solid; effektiv; rechtschaffen)
deugdelijk; gedegen; van goede hoedanigheid; degelijk
- deugdelijk bijvoeglijk naamwoord
- gedegen bijvoeglijk naamwoord
- van goede hoedanigheid bijvoeglijk naamwoord
- degelijk bijvoeglijk naamwoord
solide
doortimmerd
- doortimmerd bijvoeglijk naamwoord
solide (untermauert; begründet; fundiert; erdig; fundamental)
gefundeerd; onderbouwd
- gefundeerd bijvoeglijk naamwoord
- onderbouwd bijvoeglijk naamwoord

Vertaal Matrix voor solide:

Bijvoeglijk Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
bekend	bekannt; familiär; gewohnt; glaubhaft; glaubwürdig; solide; solvabel; zuverlässig
betrouwbaar	dauerhaft; effektiv; fest; gediegen; gründlich; handfest; kräftig; rechtschaffen; robust; solid; solide; stabil; tauglich; tüchtig; zuverlässig
degelijk	dauerhaft; effektiv; fest; gediegen; gründlich; handfest; kräftig; rechtschaffen; robust; solid; solide; stabil; tauglich; tüchtig; zuverlässig	begründet; berechtigt; eingehend; einschneidend; gedankenvoll; grundlegend; gründlich; plausibel; stichhaltig; tief; tiefgehend; tiefschürfend; tiefsinnig; weise
deugdelijk	dauerhaft; effektiv; fest; gediegen; gründlich; handfest; kräftig; rechtschaffen; robust; solid; solide; stabil; tauglich; tüchtig; zuverlässig	bewährt; erprobt; geprüft
doortimmerd	solide
ferm	derb; eisern; forsch; gediegen; kraftvoll; kräftig; robust; solide; stabil	beharrlich; beständig; dauerhaft; drastisch; durchgreifend; eingehend; eisern; energisch; entschieden; entschlossen; entschlußfähig; fest; forsch; intensiv; kraftvoll; kräftig; moralisch; sicher; standhaft; stark; stattlich; stramm; stämmig; tatkräftig; unerschütterlich
fiks	derb; eisern; forsch; gediegen; kraftvoll; kräftig; robust; solide; stabil	beharrlich; beständig; dauerhaft; eisern; sicher; standhaft; unerschütterlich
flink	derb; eisern; forsch; gediegen; kraftvoll; kräftig; robust; solide; stabil	anmaßend; ansehnlich; aufgebläht; beachtenswert; bedeutend; beharrlich; bemerkenswert; beständig; beträchtlich; dauerhaft; derb; eisern; erheblich; forsch; grandios; groß; großartig; großzügig; gönnerhaft; hervorragend; hervorspringend; kraftvoll; kräftig; moralisch; riesig; robust; ruhmreich; rüstig; schwer; selbstgefällig; sicher; sichtbar; standhaft; stark; stattlich; stolz; stramm; stämmig; trotzig; unerschütterlich; vierschrötig; ziemlich
gedegen	effektiv; gediegen; gründlich; rechtschaffen; solid; solide; tüchtig; zuverlässig
gefundeerd	begründet; erdig; fundamental; fundiert; solide; untermauert	begründet; berechtigt; fundiert; plausibel; stichhaltig
robuust	derb; eisern; forsch; gediegen; kraftvoll; kräftig; robust; solide; stabil	dick; korpulent; kräftig gebaut
solide	dauerhaft; derb; eisern; fest; forsch; gediegen; handfest; kraftvoll; kräftig; robust; solide; stabil; tauglich; zuverlässig	begründet; berechtigt; plausibel; stichhaltig
stabiel	dauerhaft; robust; solide; stabil; stark
sterk	derb; eisern; forsch; gediegen; kraftvoll; kräftig; robust; solide; stabil	drastisch; durchgreifend; eingehend; energisch; entschieden; entschlossen; forsch; kraftvoll; kräftig; stark; stattlich; stramm; stämmig; tatkräftig
stevig	dauerhaft; derb; eisern; fest; forsch; gediegen; handfest; kraftvoll; kräftig; robust; solide; stabil; stark; tauglich; zuverlässig	beharrlich; beständig; dauerhaft; derb; eine heftige Debatte; eisern; forsch; gezalzenes; groß; heftige; kraftvoll; kräftig; robust; sicher; standhaft; stark; stattlich; stramm; stämmig; unerschütterlich
vertrouwd	bekannt; familiär; gewohnt; glaubhaft; glaubwürdig; solide; solvabel; zuverlässig
Over	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
flink		energisch
Bijwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
degelijke	gediegen; solide; zuverlässig
onderbouwd	begründet; erdig; fundamental; fundiert; solide; untermauert
stevig gebouwd	derb; eisern; forsch; gediegen; kraftvoll; kräftig; robust; solide; stabil
van goede hoedanigheid	effektiv; gediegen; gründlich; rechtschaffen; solid; solide; tüchtig; zuverlässig

Synoniemen voor "solide":

ordentlich; zuverlässig
ausgereift; begründet; fundiert; gerechtfertigt; substantiiert; untermauert

Wiktionary: solide

solide

adjective

so, dass es dauerhaft Beanspruchungen standhält; widerstandsfähig
- solide → solide; degelijk
qualitativ ohne Makel, gut
- solide → solide; degelijk
qualitativ gut und zugleich preiswert, nicht zu ausgeschmückt
- solide → solide
stark und gesichert gegen Gefährdungen
- solide → solide; degelijk
durch gute (wissenschaftliche) Bildung und Sachkenntnis gesichert
- solide → solide; degelijk
durch materielle Mittel und Maßnahmen gesichert
- solide → solide; degelijk
(umgangssprachlich): wie es sich gehört, wie es sein sollte
- solide → solide; degelijk
moralisch und sittlich einwandfrei
- solide → degelijk

solide

adjective

goed tegen een stootje kunnend
- degelijk → robust; solide; zuverlässig
(van personen) eerlijk, oprecht, net in zijn manieren
- degelijk → solide; zuverlässig; verlässlich; tüchtig

Cross Translation:

From	To	Via
• solide	→ solide; stevig	↔ solid — strong, unyielding (as of foundations etc)
• solide	→ degelijk; deugdelijk; flink; gedegen; hecht; solide; vast	↔ solide — physique\|fr Qui a de la consistance.

Verwante vertalingen van solide

nicht solide

Remove Ads

Vertaal solide van Duits naar Nederlands

Uitgebreide vertaling voor solide (Duits) in het Nederlands

solide:

solide bijvoeglijk naamwoord

solide (rechtschaffen; zuverlässig; gründlich; dauerhaft; tauglich; gediegen; tüchtig; stabil; solid; handfest; fest; kräftig; robust; effektiv)

solide (kräftig; forsch; robust; kraftvoll; stabil; derb; gediegen; eisern)

solide (bekannt; zuverlässig; familiär; glaubwürdig; glaubhaft; gewohnt; solvabel)

solide (gediegen; zuverlässig)

solide (zuverlässig; fest; gediegen; robust; dauerhaft; kräftig; tauglich; stabil; handfest)

solide (stabil; dauerhaft; stark; robust)

solide (gründlich; zuverlässig; tüchtig; gediegen; solid; effektiv; rechtschaffen)

solide

solide (untermauert; begründet; fundiert; erdig; fundamental)

Vertaal Matrix voor solide:

Synoniemen voor "solide":

Wiktionary: solide

Verwante vertalingen van solide