Duits
Uitgebreide vertaling voor sich verabschieden (Duits) in het Nederlands
sich verabschieden:
-
sich verabschieden (auseinandergehen)
afscheid nemen-
afscheid nemen werkwoord (neem afscheid, neemt afscheid, nam afscheid, namen afscheid, afscheid genomen)
-
Vertaal Matrix voor sich verabschieden:
Werkwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
afscheid nemen | auseinandergehen; sich verabschieden |