Overzicht
Duits naar Nederlands:   Meer gegevens...
  1. sich abschinden:


Duits

Uitgebreide vertaling voor sich abschinden (Duits) in het Nederlands

sich abschinden:

sich abschinden werkwoord

  1. sich abschinden (abrackern; schuften; abmühen; sich abrackern)
    uitsloven
    • uitsloven werkwoord (sloof uit, slooft uit, sloofte uit, slooften uit, uitgesloofd)

Vertaal Matrix voor sich abschinden:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
uitsloven Abmühen; Abrackern
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
uitsloven abmühen; abrackern; schuften; sich abrackern; sich abschinden

Computer vertaling door derden:

Verwante vertalingen van sich abschinden