Overzicht
Duits naar Nederlands:   Meer gegevens...
  1. schwach werden:
  2. Wiktionary:


Duits

Uitgebreide vertaling voor schwach werden (Duits) in het Nederlands

schwach werden:

schwach werden werkwoord

  1. schwach werden (ermatten; schwächer werden; ermüden; erlahmen; erschlaffen)
    verzwakken; uitputten; verslappen; zwakker worden; aan kracht inboeten; zwak worden
    • verzwakken werkwoord (verzwak, verzwakt, verzwakte, verzwakten, verzwakt)
    • uitputten werkwoord (put uit, putte uit, putten uit, uitgeput)
    • verslappen werkwoord (verslap, verslapt, verslapte, verslapten, verslapt)
    • zwakker worden werkwoord
    • aan kracht inboeten werkwoord (boet aan kracht in, boette aan kracht in, boetten aan kracht in, aan kracht ingeboet)
    • zwak worden werkwoord

Vertaal Matrix voor schwach werden:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
uitputten Abmühen; Anstrengen
verslappen Abschwächen
verzwakken Abschwächen
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
aan kracht inboeten erlahmen; ermatten; ermüden; erschlaffen; schwach werden; schwächer werden
uitputten erlahmen; ermatten; ermüden; erschlaffen; schwach werden; schwächer werden auspumpen; entkräften; ermatten; ermüden; erschöpfen; fertigmachen
verslappen erlahmen; ermatten; ermüden; erschlaffen; schwach werden; schwächer werden abflauen; abschwächen; erblassen; erbleichen; ermatten; ermüden; erschlaffen; nachlassen; verblassen; verflauen; verschießen
verzwakken erlahmen; ermatten; ermüden; erschlaffen; schwach werden; schwächer werden abschwächen; nachlassen; seine Kräfte lassen nach; weggleiten
zwak worden erlahmen; ermatten; ermüden; erschlaffen; schwach werden; schwächer werden
zwakker worden erlahmen; ermatten; ermüden; erschlaffen; schwach werden; schwächer werden

Wiktionary: schwach werden

schwach werden
verb
  1. zwakker worden

Verwante vertalingen van schwach werden