Duits
Uitgebreide vertaling voor schwabbeln (Duits) in het Nederlands
schwabbeln:
-
schwabbeln
Vertaal Matrix voor schwabbeln:
Zelfstandig Naamwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
kloppen | Klopfen | |
Werkwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
kloppen | schwabbeln | abklopfen; anstoßen; auf der Schreibmaschine schreiben; aufgehen; aufstampfen; berühren; decken; gleichen; hinkommen; klopfen; passen; pochen; richtig sein; stimmen; ticken; tippen; übereinstimmen |
lillen | schwabbeln | |
trillen | schwabbeln | beben; bibbern; schütteln; vibrieren; zittern; zucken |
Computer vertaling door derden: