Duits
Uitgebreide vertaling voor schneeweiß (Duits) in het Nederlands
schneeweiß:
-
schneeweiß (blütenweiß)
hagelwit; sneeuwwit; helderwit; uiterst wit-
hagelwit bijvoeglijk naamwoord
-
sneeuwwit bijvoeglijk naamwoord
-
helderwit bijvoeglijk naamwoord
-
uiterst wit bijvoeglijk naamwoord
-
-
schneeweiß (totenblaß; blaß; schlohweiß; leichenblaß)
-
schneeweiß (rein; unschuldig; einwandfrei; fleckenlos; sauber; frisch; makellos; fehlerfrei; keusch; unbefleckt; blütenweiß)
onschuldig; onbevlekt; vlekkeloos; rein-
onschuldig bijvoeglijk naamwoord
-
onbevlekt bijvoeglijk naamwoord
-
vlekkeloos bijvoeglijk naamwoord
-
rein bijvoeglijk naamwoord
-
Vertaal Matrix voor schneeweiß:
Synoniemen voor "schneeweiß":
Wiktionary: schneeweiß
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• schneeweiß | → sneeuwwit | ↔ snow — colour |
• schneeweiß | → sneeuwwit | ↔ snow-white — as white as snow |
Computer vertaling door derden: