Home ->Woordenboeken ->Duits/Nederlands ->Vertaal schlottern

Vertaal schlottern van Duits naar Nederlands

Overzicht
Duits naar Nederlands:   Meer gegevens...
  1. schlottern:
  2. Wiktionary:

Duits

Uitgebreide vertaling voor schlottern (Duits) in het Nederlands

schlottern:

schlottern werkwoord (schlottere, schlotterst, schlottert, schlotterte, schlottertet, geschlottert)

  1. schlottern (zähneklappern; frösteln; frieren; )
    bibberen; kleumen; koulijden; klappertanden
    • bibberen werkwoord (bibber, bibbert, bibberde, bibberden, gebibberd)
    • kleumen werkwoord (kleum, kleumt, kleumde, kleumden, gekleumd)
    • koulijden werkwoord (lijd kou, lijdt kou, leed kou, leden kou, kou geleden)
    • klappertanden werkwoord (klappertand, klappertandt, klappertandde, klappertandden, geklappertand)

Conjugations for schlottern:

Präsens
  1. schlottere
  2. schlotterst
  3. schlottert
  4. schlotteren
  5. schlottert
  6. schlotteren
Imperfekt
  1. schlotterte
  2. schlottertest
  3. schlotterte
  4. schlotterten
  5. schlottertet
  6. schlotterten
Perfekt
  1. habe geschlottert
  2. hast geschlottert
  3. hat geschlottert
  4. haben geschlottert
  5. habt geschlottert
  6. haben geschlottert
1. Konjunktiv [1]
  1. schlottere
  2. schlotterest
  3. schlottere
  4. schlotteren
  5. schlotteret
  6. schlotteren
2. Konjunktiv
  1. schlotterte
  2. schlottertest
  3. schlotterte
  4. schlotterten
  5. schlottertet
  6. schlotterten
Futur 1
  1. werde schlottern
  2. wirst schlottern
  3. wird schlottern
  4. werden schlottern
  5. werdet schlottern
  6. werden schlottern
1. Konjunktiv [2]
  1. würde schlottern
  2. würdest schlottern
  3. würde schlottern
  4. würden schlottern
  5. würdet schlottern
  6. würden schlottern
Diverses
  1. schlotter!
  2. schlottert!
  3. schlotteren Sie!
  5. geschlottert
  6. schlotternd
1. ich, 2. du, 3. er/sie/es, 4. wir, 5. ihr, 6. sie/Sie

Vertaal Matrix voor schlottern:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
bibberen Schlottern; Zittern
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
bibberen beben; frieren; frösteln; schaudern; schlottern; schnattern; zittern; zähneklappern beben; bibbern; frösteln; vibrieren; zittern; zucken
klappertanden beben; frieren; frösteln; schaudern; schlottern; schnattern; zittern; zähneklappern
kleumen beben; frieren; frösteln; schaudern; schlottern; schnattern; zittern; zähneklappern
koulijden beben; frieren; frösteln; schaudern; schlottern; schnattern; zittern; zähneklappern

Synoniemen voor "schlottern":


Wiktionary: schlottern

Cross Translation:
FromToVia
• schlottern → beven; bibberen; huiveren; rillen; trillen ↔ trembler — Être agité de petites et fréquentes secousses. (Sens général)

Verwante vertalingen van schlottern







Uw gratis, snelle en simpele vertaal woordenboek

Copyright © 2000-2024 Interglot ®

Pagina gepresenteerd in 0.0460 seconde
Page rendered in 1.0 seconds