Duits
Uitgebreide vertaling voor schleimen (Duits) in het Nederlands
schleimen:
-
schleimen (geifern)
slijm opgeven; slijmen-
slijm opgeven werkwoord (geef slijm op, geeft slijm op, gaf slijm op, gaven slijm op, slijm opgegeven)
-
-
schleimen
slijm opgeven-
slijm opgeven werkwoord (geef slijm op, geeft slijm op, gaf slijm op, gaven slijm op, slijm opgegeven)
-
Conjugations for schleimen:
Präsens
- schleime
- schleimst
- schleimt
- schleimen
- schleimt
- schleimen
Imperfekt
- schleimte
- schleimtest
- schleimte
- schleimten
- schleimtet
- schleimten
Perfekt
- habe geschleimt
- hast geschleimt
- hat geschleimt
- haben geschleimt
- habt geschleimt
- haben geschleimt
1. Konjunktiv [1]
- schleime
- schleimest
- schleime
- schleimen
- schleimet
- schleimen
2. Konjunktiv
- schleimte
- schleimtest
- schleimte
- schleimten
- schleimtet
- schleimten
Futur 1
- werde schleimen
- wirst schleimen
- wird schleimen
- werden schleimen
- werdet schleimen
- werden schleimen
1. Konjunktiv [2]
- würde schleimen
- würdest schleimen
- würde schleimen
- würden schleimen
- würdet schleimen
- würden schleimen
Diverses
- schleim!
- schleimt!
- schleimen Sie!
- geschleimt
- schleimend
1. ich, 2. du, 3. er/sie/es, 4. wir, 5. ihr, 6. sie/Sie
Vertaal Matrix voor schleimen:
Zelfstandig Naamwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
slijmen | Schleimen | |
Werkwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
slijm opgeven | geifern; schleimen | Schleim aufgeben |
slijmen | geifern; schleimen |
Synoniemen voor "schleimen":
Computer vertaling door derden: