Overzicht
Duits naar Nederlands: Meer gegevens...
- schüchtern:
-
Wiktionary:
- schüchtern → verlegen, timide, schuchter, bedeesd, schroomvallig, bevangen, bang, benepen, beschroomd, schuw, vreesachtig
Duits
Uitgebreide vertaling voor schüchtern (Duits) in het Nederlands
schüchtern:
-
schüchtern (scheu; verlegen; verschämt; befangen; zaghaft)
verlegen; timide; schuchter; bedeesd; beschroomd; bleu; schroomvallig-
verlegen bijvoeglijk naamwoord
-
timide bijvoeglijk naamwoord
-
schuchter bijvoeglijk naamwoord
-
bedeesd bijvoeglijk naamwoord
-
beschroomd bijvoeglijk naamwoord
-
bleu bijvoeglijk naamwoord
-
schroomvallig bijvoeglijk naamwoord
-
-
schüchtern (verlegen; befangen)
-
schüchtern (scheu; verlegen; befangen; kopfscheu)
Vertaal Matrix voor schüchtern:
Bijvoeglijk Naamwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
bedeesd | befangen; scheu; schüchtern; verlegen; verschämt; zaghaft | |
beschroomd | befangen; scheu; schüchtern; verlegen; verschämt; zaghaft | |
bleu | befangen; scheu; schüchtern; verlegen; verschämt; zaghaft | |
geremd | befangen; schüchtern; verlegen | |
kopschuw | befangen; kopfscheu; scheu; schüchtern; verlegen | |
schroomvallig | befangen; scheu; schüchtern; verlegen; verschämt; zaghaft | |
schuchter | befangen; scheu; schüchtern; verlegen; verschämt; zaghaft | |
schuw | befangen; kopfscheu; scheu; schüchtern; verlegen | |
timide | befangen; scheu; schüchtern; verlegen; verschämt; zaghaft | |
verlegen | befangen; scheu; schüchtern; verlegen; verschämt; zaghaft | |
Bijwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
ingehouden | befangen; schüchtern; verlegen |
Synoniemen voor "schüchtern":
Wiktionary: schüchtern
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• schüchtern | → verlegen; timide | ↔ bashful — inclined to avoid notice |
• schüchtern | → schuchter; bedeesd; schroomvallig; timide; verlegen | ↔ shy — easily frightened |
• schüchtern | → bedeesd; bevangen; timide; verlegen; bang; benepen; beschroomd; schroomvallig; schuw; vreesachtig | ↔ timide — Qui est craintif, qui manquer de hardiesse, d’assurance. |