Saftig in het Nederlands vertaald uit het Duits

Overzicht

Duits naar Nederlands: Meer gegevens...

saftig:
- mals; sappig
Wiktionary:
- saftig → mals, sappig, fijn, lekker, smakelijk, van goede smaak getuigend

Duits

Uitgebreide vertaling voor saftig (Duits) in het Nederlands

ausgegoren; ausgereift; reif; sukkulent
aufwendig; aufwändig; deier; gesalzen; happig; hochpreisig; kostenintensiv; kostspielig; teuer

Cross Translation:

From	To	Via
• saftig	→ mals; sappig; fijn; lekker; smakelijk; van goede smaak getuigend	↔ succulent — Savoureux