Overzicht


Duits

Uitgebreide vertaling voor ruhelos (Duits) in het Nederlands

ruhelos:

ruhelos bijvoeglijk naamwoord

  1. ruhelos (unruhig; rastlos)
    rusteloos
  2. ruhelos (turbulent; unruhig; bewegt; ungestüm)
    turbulent; onrustig; roerig; bewogen; veelbewogen; woelig
  3. ruhelos (rührig; steif; unruhig; )
    ongedurig

Vertaal Matrix voor ruhelos:

Bijvoeglijk NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
bewogen bewegt; ruhelos; turbulent; ungestüm; unruhig berührt; bewegt; ergriffen; gerührt; sentimental
ongedurig flatterhaft; rastlos; ruhelos; rührig; steif; unbeständig; unruhig; zappelig
onrustig bewegt; ruhelos; turbulent; ungestüm; unruhig erhitzt; nervös; unruhig
roerig bewegt; ruhelos; turbulent; ungestüm; unruhig unruhig
rusteloos rastlos; ruhelos; unruhig
turbulent bewegt; ruhelos; turbulent; ungestüm; unruhig
veelbewogen bewegt; ruhelos; turbulent; ungestüm; unruhig
woelig bewegt; ruhelos; turbulent; ungestüm; unruhig unruhig

Synoniemen voor "ruhelos":


Verwante vertalingen van ruhelos