Overzicht
Duits naar Nederlands:   Meer gegevens...
  1. rüstig:


Duits

Uitgebreide vertaling voor rüstig (Duits) in het Nederlands

rüstig:

rüstig bijvoeglijk naamwoord

  1. rüstig (stämmig; vierschrötig)
    stoer; flink
    • stoer bijvoeglijk naamwoord
    • flink bijvoeglijk naamwoord

Vertaal Matrix voor rüstig:

Bijvoeglijk NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
flink rüstig; stämmig; vierschrötig anmaßend; ansehnlich; aufgebläht; beachtenswert; bedeutend; beharrlich; bemerkenswert; beständig; beträchtlich; dauerhaft; derb; eisern; erheblich; forsch; gediegen; grandios; groß; großartig; großzügig; gönnerhaft; hervorragend; hervorspringend; kraftvoll; kräftig; moralisch; riesig; robust; ruhmreich; schwer; selbstgefällig; sicher; sichtbar; solide; stabil; standhaft; stark; stattlich; stolz; stramm; stämmig; trotzig; unerschütterlich; ziemlich
stoer rüstig; stämmig; vierschrötig
OverVerwante vertalingenAndere vertalingen
flink energisch

Synoniemen voor "rüstig":


Computer vertaling door derden: