Home ->Woordenboeken ->Duits/Nederlands ->Vertaal quirlen

Vertaal quirlen van Duits naar Nederlands

Overzicht
Duits naar Nederlands:   Meer gegevens...
  1. quirlen:
  2. Wiktionary:

Duits

Uitgebreide vertaling voor quirlen (Duits) in het Nederlands

quirlen:

quirlen werkwoord (quirle, quirlst, quirlt, quirlte, quirltet, gequirlt)

  1. quirlen
    klutsen
    • klutsen werkwoord (kluts, klutst, klutste, klutsten, geklutst)
  2. quirlen (kriechen; wimmeln; kribbeln)
    krioelen; kruipen; wemelen
    • krioelen werkwoord (krioel, krioelt, krioelde, krioelden, gekrioeld)
    • kruipen werkwoord (kruip, kruipt, kroop, kropen, gekropen)
    • wemelen werkwoord (wemel, wemelt, wemelde, wemelden, gewemeld)
  3. quirlen (wirbeln; drehen; winden; )
    draaien; kolken; ronddraaien
    • draaien werkwoord (draai, draait, draaide, draaiden, gedraaid)
    • kolken werkwoord (kolk, kolkt, kolkte, kolkten, gekolkt)
    • ronddraaien werkwoord (draai rond, draait rond, draaide rond, draaiden rond, rondgedraaid)
  4. quirlen (wimmeln)
    wemelen; wriemelen
    • wemelen werkwoord (wemel, wemelt, wemelde, wemelden, gewemeld)
    • wriemelen werkwoord (wriemel, wriemelt, wriemelde, wriemelden, gewriemeld)

Conjugations for quirlen:

Präsens
  1. quirle
  2. quirlst
  3. quirlt
  4. quirlen
  5. quirlt
  6. quirlen
Imperfekt
  1. quirlte
  2. quirltest
  3. quirlte
  4. quirlten
  5. quirltet
  6. quirlten
Perfekt
  1. habe gequirlt
  2. hast gequirlt
  3. hat gequirlt
  4. haben gequirlt
  5. habt gequirlt
  6. haben gequirlt
1. Konjunktiv [1]
  1. quirle
  2. quirlest
  3. quirle
  4. quirlen
  5. quirlet
  6. quirlen
2. Konjunktiv
  1. quirlte
  2. quirltest
  3. quirlte
  4. quirlten
  5. quirltet
  6. quirlten
Futur 1
  1. werde quirlen
  2. wirst quirlen
  3. wird quirlen
  4. werden quirlen
  5. werdet quirlen
  6. werden quirlen
1. Konjunktiv [2]
  1. würde quirlen
  2. würdest quirlen
  3. würde quirlen
  4. würden quirlen
  5. würdet quirlen
  6. würden quirlen
Diverses
  1. quirl!
  2. quirlt!
  3. quirlen Sie!
  5. gequirlt
  6. quirlend
1. ich, 2. du, 3. er/sie/es, 4. wir, 5. ihr, 6. sie/Sie

Vertaal Matrix voor quirlen:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
draaien Drehen
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
draaien ausreden; drechseln; drehen; herumdrehen; herumwirbeln; heucheln; kreiseln; mit dem Kreisel spielen; quirlen; rieseln; rollen; schwenken; sichdrehen; strudeln; stöbern; säuseln; winden; wirbeln Zweifingerdrehung; drehen; eindrehen; herumdrehen; herumschwenken; herumwirbeln; kehren; kreiseln; kugeln; rollen; rotieren; schwenken; sich drehen; sich herum drehen; sich wälzen; transformieren; umdrehen; umkehren; umwenden; verdrehen; wenden; wirbeln
klutsen quirlen
kolken ausreden; drechseln; drehen; herumdrehen; herumwirbeln; heucheln; kreiseln; mit dem Kreisel spielen; quirlen; rieseln; rollen; schwenken; sichdrehen; strudeln; stöbern; säuseln; winden; wirbeln kreiseln; sich drehen; wirbeln
krioelen kribbeln; kriechen; quirlen; wimmeln
kruipen kribbeln; kriechen; quirlen; wimmeln Honig um den Bart schmieren; ergeben sein; flattieren; krabbeln; kriechen; schleichen; schlummern; schlüpfen; schmeicheln; schwänzeln; sich anschleichen; untertänig sein; unterwürfig sein
ronddraaien ausreden; drechseln; drehen; herumdrehen; herumwirbeln; heucheln; kreiseln; mit dem Kreisel spielen; quirlen; rieseln; rollen; schwenken; sichdrehen; strudeln; stöbern; säuseln; winden; wirbeln drehen; herumdrehen; herumschwenken; herumwirbeln; kehren; kugeln; rollen; rotieren; sich drehen; sich herum drehen; sich wälzen; transformieren; umdrehen; umkehren; umwenden; verdrehen
wemelen kribbeln; kriechen; quirlen; wimmeln
wriemelen quirlen; wimmeln

Wiktionary: quirlen

Cross Translation:
FromToVia
• quirlen → afranselen; afrossen; doorroeren; dorsen; houwen; klappen; kloppen; meppen; omroeren; roeren; slaan ↔ battre — frapper de coups répétés.







Uw gratis, snelle en simpele vertaal woordenboek

Copyright © 2000-2024 Interglot ®

Pagina gepresenteerd in 0.0461 seconde
Page rendered in 1.0 seconds