Overzicht
Duits naar Nederlands: Meer gegevens...
-
prima:
- kiplekker; mieters; prima; sympathiek; aardig; leuk; lief; schitterend; gaaf; tof
Duits
Uitgebreide vertaling voor prima (Duits) in het Nederlands
prima:
-
prima (pudelwohl; gut; hervorragend; fabelhaft; sauwohl)
-
prima (sympathisch; hübsch; schön; nett; süß; freundschaftlich; gesellig; lieb; attraktiv; freundlich; reizend; fein; angenehm; liebenswürdig; herzlich; gutaussehend; erfreulich)
sympathiek; aardig; leuk; lief-
sympathiek bijvoeglijk naamwoord
-
aardig bijvoeglijk naamwoord
-
leuk bijvoeglijk naamwoord
-
lief bijvoeglijk naamwoord
-
-
prima (dufte; toll; tipp-topp; schick; großartig; super; tadellos; steil; hervorragend; stark; herrlich; gut; riesig; hoch)
schitterend; gaaf; mieters; tof-
schitterend bijvoeglijk naamwoord
-
gaaf bijvoeglijk naamwoord
-
mieters bijvoeglijk naamwoord
-
tof bijvoeglijk naamwoord
-
Vertaal Matrix voor prima:
Synoniemen voor "prima":
Computer vertaling door derden: