Duits
Uitgebreide vertaling voor postulieren (Duits) in het Nederlands
postulieren:
-
postulieren (vorbringen; annehmen)
stellen; poneren; naar voren brengen; opperen-
naar voren brengen werkwoord (breng naar voren, brengt naar voren, bracht naar voren, brachten naar voren, naar voren gebracht)
-
postulieren (vermuten; annehmen; schätzen; mutmaßen)
vooronderstellen; postuleren-
vooronderstellen werkwoord (vooronderstel, vooronderstelt, vooronderstelde, vooronderstelden, voorondersteld)
-
Conjugations for postulieren:
Präsens
- postuliere
- postulierst
- postuliert
- postulieren
- postuliert
- postulieren
Imperfekt
- postulierte
- postuliertest
- postulierte
- postulierten
- postuliertet
- postulierten
Perfekt
- habe postuliert
- hast postuliert
- hat postuliert
- haben postuliert
- habt postuliert
- haben postuliert
1. Konjunktiv [1]
- postuliere
- postulierest
- postuliere
- postulieren
- postulieret
- postulieren
2. Konjunktiv
- postulierte
- postuliertest
- postulierte
- postulierten
- postuliertet
- postulierten
Futur 1
- werde postulieren
- wirst postulieren
- wird postulieren
- werden postulieren
- werdet postulieren
- werden postulieren
1. Konjunktiv [2]
- würde postulieren
- würdest postulieren
- würde postulieren
- würden postulieren
- würdet postulieren
- würden postulieren
Diverses
- postulier!
- postuliert!
- postulieren Sie!
- postuliert
- postulierend
1. ich, 2. du, 3. er/sie/es, 4. wir, 5. ihr, 6. sie/Sie
Vertaal Matrix voor postulieren:
| Zelfstandig Naamwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
| poneren | Annehmen; Setzen | |
| stellen | Annehmen; Setzen | |
| vooronderstellen | Verdacht; Vermutung; Vorgefühl | |
| Werkwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
| naar voren brengen | annehmen; postulieren; vorbringen | anschneiden; einbringen; entgegenbringen; entgegenhalten; entgegnen; nach vorne bringen; sagen; suggerieren; vorbringen; vorschlagen |
| opperen | annehmen; postulieren; vorbringen | aufs Tapet bringen; aufwerfen; einbringen; entgegenbringen; entgegenhalten; entgegnen; suggerieren; vorbringen; vorschlagen; zur Rede bringen; zur Sprache bringen |
| poneren | annehmen; postulieren; vorbringen | aufwerfen; einbringen; entgegenbringen; entgegenhalten; entgegnen; vorbringen; vorschlagen; zur Rede bringen |
| postuleren | annehmen; mutmaßen; postulieren; schätzen; vermuten | |
| stellen | annehmen; postulieren; vorbringen | behaupten; prätendieren |
| vooronderstellen | annehmen; mutmaßen; postulieren; schätzen; vermuten |