Overzicht


Duits

Uitgebreide vertaling voor pastoral (Duits) in het Nederlands

pastoral:

pastoral bijvoeglijk naamwoord

  1. pastoral
    bucolisch
  2. pastoral
    pastorale
  3. pastoral (geistlich)
    herderlijk; pastoraal; van een geestelijk herder
  4. pastoral (dörflich; doof; grob; )
    dorps
    • dorps bijvoeglijk naamwoord

Vertaal Matrix voor pastoral:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
pastorale Arkadisch gedicht
Bijvoeglijk NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
bucolisch pastoral
dorps bäuerisch; derb; doof; dörflich; flegelhaft; grob; grobschlächtig; klobig; ländlich; lümmelhaft; pastoral; pfarrlich; plump; rustik; schwerfällig; täppisch; tölpelhaft; ungehobelt; ungeschickt; ungeschlacht; ungeschliffen; zutäppisch
herderlijk geistlich; pastoral arkadisch; bukolisch
pastoraal geistlich; pastoral
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
pastorale pastoral
van een geestelijk herder geistlich; pastoral

Synoniemen voor "pastoral":