Overzicht
Duits naar Nederlands:   Meer gegevens...
  1. oft:
  2. Wiktionary:


Duits

Uitgebreide vertaling voor oft (Duits) in het Nederlands

oft:

oft bijvoeglijk naamwoord

  1. oft (regelmäßig)
    vaak; regelmatig

Vertaal Matrix voor oft:

Bijvoeglijk NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
regelmatig oft; regelmäßig durchgehend; durchweg; gewohnt; gewöhnlich; gleichmäßig; in einem festen Rythmus; normal; regelmäßig; reglär; regulär; ständig
vaak oft; regelmäßig meist; meistens; meistenteils
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
regelmatig frequent; gleichmäßig; haufenweise; hoch; häufig; mehrfach; mehrmals; regelmäßig; schwer; stark; turnusmäßig; viel; wiederholt
vaak frequent; gleichmäßig; haufenweise; hoch; häufig; mehrfach; mehrmals; regelmäßig; schwer; stark; turnusmäßig; viel; wiederholt

Synoniemen voor "oft":


Wiktionary: oft

oft
adverb
  1. viele Male (zu verschiedenen Zeiten)
  2. in vielen Fällen
  3. wie oft? wieviele Male?
  4. wie oft? in welchen Zeitabständen?
oft
adverb
  1. veel maal
  2. vele malen
  3. in de meeste gevallen, vaak

Cross Translation:
FromToVia
oft vaak; veel a lot — often
oft vaak; dikwijls often — frequently, many times

Verwante vertalingen van oft