Home ->Woordenboeken ->Duits/Nederlands ->Vertaal normieren

Vertaal normieren van Duits naar Nederlands

Overzicht

Duits naar Nederlands: Meer gegevens...

normieren:
- normeren; normaliseren; standaardiseren

Duits

Uitgebreide vertaling voor normieren (Duits) in het Nederlands

normieren:

normieren werkwoord (normiere, normierst, normiert, normierte, normiertet, normiert)

normieren (standardisieren)
normeren
- normeren werkwoord (normeer, normeert, normeerde, normeerden, genormeerd)
normieren (normalisieren; standardisieren; regulieren; formalisieren)
normaliseren; standaardiseren
- normaliseren werkwoord (normaliseer, normaliseert, normaliseerde, normaliseerden, genormaliseerd)
- standaardiseren werkwoord (standaardiseer, standaardiseert, standaardiseerde, standaardiseerden, gestandaardiseerd)

Conjugations for normieren:

Präsens

normiere
normierst
normiert
normieren
normiert
normieren

Imperfekt

normierte
normiertest
normierte
normierten
normiertet
normierten

Perfekt

habe normiert
hast normiert
hat normiert
haben normiert
habt normiert
haben normiert

1. Konjunktiv [1]

normiere
normierest
normiere
normieren
normieret
normieren

2. Konjunktiv

normierte
normiertest
normierte
normierten
normiertet
normierten

Futur 1

werde normieren
wirst normieren
wird normieren
werden normieren
werdet normieren
werden normieren

1. Konjunktiv [2]

würde normieren
würdest normieren
würde normieren
würden normieren
würdet normieren
würden normieren

Diverses

normier!
normiert!
normieren Sie!
normiert
normierend

1. ich, 2. du, 3. er/sie/es, 4. wir, 5. ihr, 6. sie/Sie

Vertaal Matrix voor normieren:

Werkwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
normaliseren	formalisieren; normalisieren; normieren; regulieren; standardisieren
normeren	normieren; standardisieren
standaardiseren	formalisieren; normalisieren; normieren; regulieren; standardisieren
Not Specified	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
normaliseren		normalisieren

Synoniemen voor "normieren":

skalieren
standardisieren; vereinheitlichen