Duits
Uitgebreide vertaling voor nobel (Duits) in het Nederlands
nobel:
-
nobel (großmütig; großzügig; edel; hochwürdig; freizügig; erhaben; mild; tolerant; freigebig; duldsam; jovial)
edelmoedig; nobel; grootmoedig; edel; groots-
edelmoedig bijvoeglijk naamwoord
-
nobel bijvoeglijk naamwoord
-
grootmoedig bijvoeglijk naamwoord
-
edel bijvoeglijk naamwoord
-
groots bijvoeglijk naamwoord
-
Vertaal Matrix voor nobel:
Synoniemen voor "nobel":
Computer vertaling door derden: