Overzicht
Duits naar Nederlands:   Meer gegevens...
  1. nervös:
  2. Wiktionary:


Duits

Uitgebreide vertaling voor nervös (Duits) in het Nederlands

nervös:

nervös bijvoeglijk naamwoord

  1. nervös
    zenuwachtig; nerveus
  2. nervös (erhitzt)
    nerveus; onrustig

Vertaal Matrix voor nervös:

Bijvoeglijk NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
nerveus erhitzt; nervös
onrustig erhitzt; nervös bewegt; ruhelos; turbulent; ungestüm; unruhig
zenuwachtig nervös

Synoniemen voor "nervös":


Wiktionary: nervös

nervös
adjective
  1. (krankhaft) reizbar, erregbar, gereizt, unruhig, zerfahren
nervös
adjective
  1. lijdend aan gespannen zenuwen
  2. lijdend onder een gevoelig, snel geraakt zenuwstelsel

Cross Translation:
FromToVia
nervös nerveus nervous — anxious
nervös luimig; prikkelbaar; zenuwachtig petulant — easily irritated or annoyed