Home ->Woordenboeken ->Duits/Nederlands ->Vertaal nachgemacht

Vertaal nachgemacht van Duits naar Nederlands

Overzicht
Duits naar Nederlands:   Meer gegevens...
  1. nachgemacht:
  2. nachmachen:
  3. Wiktionary:

Duits

Uitgebreide vertaling voor nachgemacht (Duits) in het Nederlands

nachgemacht:

nachgemacht bijvoeglijk naamwoord

  1. nachgemacht
    namaak; navolging
  2. nachgemacht (nachgeahmt)
    nagemaakt; nagebootst; geïmiteerd

Vertaal Matrix voor nachgemacht:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
namaak Fälschung; Imitation; Nachahmung
navolging Imitation; Nachahmung
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
geïmiteerd nachgeahmt; nachgemacht
nagebootst nachgeahmt; nachgemacht
nagemaakt nachgeahmt; nachgemacht falsch; fingiert; gemein; heimtückisch; hinterhältig; hinterlistig; mies; niederträchtig; schofel; schuftig; schweinisch; schäbig; tückisch
namaak nachgemacht
navolging nachgemacht

Wiktionary: nachgemacht

Cross Translation:
FromToVia
• nachgemacht → namaak- ↔ mock — imitation, not genuine

nachgemacht vorm van nachmachen:

nachmachen werkwoord (mache nach, machst nach, macht nach, machte nach, machtet nach, nachgemacht)

  1. nachmachen (nachahmen; imitieren; kopieren; nachbilden)
    nadoen; nabootsen; navolgen; imiteren
    • nadoen werkwoord (doe na, doet na, deed na, deden na, nagedaan)
    • nabootsen werkwoord (boots na, bootst na, bootste na, bootsten na, nagebootst)
    • navolgen werkwoord (volg na, volgt na, volgde na, volgden na, nagevolgd)
    • imiteren werkwoord (imiteer, imiteert, imiteerde, imiteerden, geïmiteerd)
  2. nachmachen (fälschen; verfälschen; imitieren; nachbilden; vervielfältigen)
    falsificeren; namaken; vervalsen; kopiëren; nabootsen
    • falsificeren werkwoord (falsificeer, falsificeert, falsificeerde, falsificeerden, gefalsificeerd)
    • namaken werkwoord (maak na, maakt na, maakte na, maakten na, nagemaakt)
    • vervalsen werkwoord (vervals, vervalst, vervalste, vervalsten, vervalst)
    • kopiëren werkwoord (kopiëer, kopiëert, kopiëerde, kopiëerden, gekopiëerd)
    • nabootsen werkwoord (boots na, bootst na, bootste na, bootsten na, nagebootst)
  3. nachmachen (nachahmen; inmitieren)
    naäpen
    • naäpen werkwoord (aap na, aapt na, aapte na, aapten na, nageaapt)
  4. nachmachen (kopieren; vervielfältigen; nachbilden; )
    kopiëren; kopie maken
    • kopiëren werkwoord (kopiëer, kopiëert, kopiëerde, kopiëerden, gekopiëerd)
    • kopie maken werkwoord
  5. nachmachen (vervielfältigen; nachahmen; nachbilden; )
    kopiëren; kopie trekken

Conjugations for nachmachen:

Präsens
  1. mache nach
  2. machst nach
  3. macht nach
  4. machen nach
  5. macht nach
  6. machen nach
Imperfekt
  1. machte nach
  2. machtest nach
  3. machte nach
  4. machten nach
  5. machtet nach
  6. machten nach
Perfekt
  1. habe nachgemacht
  2. hast nachgemacht
  3. hat nachgemacht
  4. haben nachgemacht
  5. habt nachgemacht
  6. haben nachgemacht
1. Konjunktiv [1]
  1. mache nach
  2. machest nach
  3. mache nach
  4. machen nach
  5. machet nach
  6. machen nach
2. Konjunktiv
  1. machte nach
  2. machtest nach
  3. machte nach
  4. machten nach
  5. machtet nach
  6. machten nach
Futur 1
  1. werde nachmachen
  2. wirst nachmachen
  3. wird nachmachen
  4. werden nachmachen
  5. werdet nachmachen
  6. werden nachmachen
1. Konjunktiv [2]
  1. würde nachmachen
  2. würdest nachmachen
  3. würde nachmachen
  4. würden nachmachen
  5. würdet nachmachen
  6. würden nachmachen
Diverses
  1. mache nach!
  2. macht nach!
  3. machen Sie nach!
  5. nachgemacht
  6. nachmachend
1. ich, 2. du, 3. er/sie/es, 4. wir, 5. ihr, 6. sie/Sie

Vertaal Matrix voor nachmachen:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
kopiëren Kopieren
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
falsificeren fälschen; imitieren; nachbilden; nachmachen; verfälschen; vervielfältigen
imiteren imitieren; kopieren; nachahmen; nachbilden; nachmachen
kopie maken fälschen; imitieren; kopieren; nachahmen; nachbilden; nachmachen; vervielfältigen
kopie trekken falsifizieren; fälschen; nachahmen; nachbilden; nachmachen; verfälschen; verkehren; vervielfältigen
kopiëren falsifizieren; fälschen; imitieren; kopieren; nachahmen; nachbilden; nachmachen; verfälschen; verkehren; vervielfältigen abschreiben; kopieren; nachahmen; vervielfältigen
nabootsen fälschen; imitieren; kopieren; nachahmen; nachbilden; nachmachen; verfälschen; vervielfältigen kopieren; nachahmen; vervielfältigen
nadoen imitieren; kopieren; nachahmen; nachbilden; nachmachen
namaken fälschen; imitieren; nachbilden; nachmachen; verfälschen; vervielfältigen kopieren; nachahmen; vervielfältigen
navolgen imitieren; kopieren; nachahmen; nachbilden; nachmachen folgen; nachfolgen; nachkommen
naäpen inmitieren; nachahmen; nachmachen
vervalsen fälschen; imitieren; nachbilden; nachmachen; verfälschen; vervielfältigen

Synoniemen voor "nachmachen":


Wiktionary: nachmachen

nachmachen
verb
  1. imiteren
  2. nadoen, imiteren
  3. doen wat iemand anders doet
Cross Translation:
FromToVia
• nachmachen → naäpen; nadoen; nabootsen ↔ copy — imitate

Computer vertaling door derden:






Uw gratis, snelle en simpele vertaal woordenboek

Copyright © 2000-2024 Interglot ®

Pagina gepresenteerd in 0.0726 seconde
Page rendered in 1.0 seconds