Duits
Uitgebreide vertaling voor naßkalt (Duits) in het Nederlands
naßkalt:
-
naßkalt (feuchtkalt; kalt; kühl)
-
naßkalt (kalt; feucht; kühl; unangenehm; klamm; frostig; feuchtkalt)
Vertaal Matrix voor naßkalt:
Bijvoeglijk Naamwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
guur | feuchtkalt; kalt; kühl; naßkalt | |
kil | feucht; feuchtkalt; frostig; kalt; klamm; kühl; naßkalt; unangenehm | frostig; ziemlich kalt |
Bijwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
koud en vochtig | feucht; feuchtkalt; frostig; kalt; klamm; kühl; naßkalt; unangenehm |