Home ->Woordenboeken ->Duits/Nederlands ->Vertaal massieren

Vertaal massieren van Duits naar Nederlands

Overzicht

Duits naar Nederlands: Meer gegevens...

massieren:
- masseren; inmasseren
Wiktionary:
- massieren → masseren
- massieren → masseren

Duits

Uitgebreide vertaling voor massieren (Duits) in het Nederlands

massieren:

massieren werkwoord (massiere, massierst, massiert, massierte, massiertet, massiert)

massieren
masseren; inmasseren
- masseren werkwoord (masseer, masseert, masseerde, masseerden, gemasseerd)
- inmasseren werkwoord (masseer in, masseert in, masseerde in, masseerden in, ingemasseerd)

Conjugations for massieren:

Präsens

massiere
massierst
massiert
massieren
massiert
massieren

Imperfekt

massierte
massiertest
massierte
massierten
massiertet
massierten

Perfekt

habe massiert
hast massiert
hat massiert
haben massiert
habt massiert
haben massiert

1. Konjunktiv [1]

massiere
massierest
massiere
massieren
massieret
massieren

2. Konjunktiv

massierte
massiertest
massierte
massierten
massiertet
massierten

Futur 1

werde massieren
wirst massieren
wird massieren
werden massieren
werdet massieren
werden massieren

1. Konjunktiv [2]

würde massieren
würdest massieren
würde massieren
würden massieren
würdet massieren
würden massieren

Diverses

massier!
massiert!
massieren Sie!
massiert
massierend

1. ich, 2. du, 3. er/sie/es, 4. wir, 5. ihr, 6. sie/Sie

Vertaal Matrix voor massieren:

Werkwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
inmasseren	massieren
masseren	massieren

Synoniemen voor "massieren":

durchkneten; kneten; walken

Wiktionary: massieren

massieren

verb

het toepassen van uitwendige druk op de zachte weefsels
- masseren → massieren

Cross Translation:

From	To	Via
• massieren	→ masseren	↔ massage — to perform a massage on somebody
• massieren	→ masseren	↔ masser — Pétrir avec les mains