Home ->Woordenboeken ->Duits/Nederlands ->Vertaal müssen

Vertaal müssen van Duits naar Nederlands

Overzicht

Duits naar Nederlands: Meer gegevens...

müssen:
- willen; moeten; believen; hoeven
Wiktionary:
- müssen → behoeven, moeten
- müssen → moeten, hoeven, behoeven, nodig hebben, toe zijn aan, reclameren

Duits

Uitgebreide vertaling voor müssen (Duits) in het Nederlands

müssen:

müssen werkwoord (muß, mußt, mußte, mußtet, gemußt)

müssen (wollen; sollen; helfen)
willen; moeten; believen
- willen werkwoord (wil, wilt, wil/wilt, wilde, wilden, gewild)
- moeten werkwoord (moet, moest, moesten, gemoeten)
- believen werkwoord (belief, belieft, beliefde, beliefden, beliefd)
müssen (brauchen)
hoeven
- hoeven werkwoord (hoef, hoeft, hoefde, hoefden, gehoeven)

Conjugations for müssen:

Präsens

muß
mußt
muß
müssen
müsst
müssen

Imperfekt

mußte
mußtest
mußte
mußten
mußtet
mußten

Perfekt

habe gemußt
hast gemußt
hat gemußt
haben gemußt
habt gemußt
haben gemußt

1. Konjunktiv [1]

müsse
müssest
müsse
müssen
müsset
müssen

2. Konjunktiv

müßte
müßtest
müßte
müßten
müßtet
müßten

Futur 1

werde müssen
wirst müssen
wird müssen
werden müssen
werdet müssen
werden müssen

1. Konjunktiv [2]

würde müssen
würdest müssen
würde müssen
würden müssen
würdet müssen
würden müssen

Diverses

muß!
mußt!
müssen Sie!
gemußt
müssend

1. ich, 2. du, 3. er/sie/es, 4. wir, 5. ihr, 6. sie/Sie

Vertaal Matrix voor müssen:

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
believen		Belieben; Gutdünken
moeten		Müssen; Sollen
Werkwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
believen	helfen; müssen; sollen; wollen	amüsieren; belieben; belustigen; ergötzen; gefallen; gutdünken; unterhalten
hoeven	brauchen; müssen
moeten	helfen; müssen; sollen; wollen	gehören; verpflichtet sein an
willen	helfen; müssen; sollen; wollen	möchten; wollen

Synoniemen voor "müssen":

zu tun haben; tun müssen; verpflichtet sein
sollen; zu tun sein

Wiktionary: müssen

müssen

verb

moeten
- behoeven → müssen
gedwongen zijn
- moeten → müssen

Cross Translation:

From	To	Via
• müssen	→ moeten	↔ have — must
• müssen	→ moeten	↔ have to — obligation
• müssen	→ moeten	↔ must — must
• müssen	→ moeten	↔ need — to be obliged to
• müssen	→ moeten	↔ devoir — Avoir à payer une somme d’argent, à rendre ou à donner quelque chose que ce soit.
• müssen	→ hoeven; behoeven; nodig hebben; toe zijn aan	↔ requérir — prier, demander quelqu’un.
• müssen	→ reclameren; hoeven; behoeven; nodig hebben; toe zijn aan	↔ réclamer — implorer ; demander avec instance.

Verwante vertalingen van müssen

weitermachen müssen