Home ->Woordenboeken ->Duits/Nederlands ->Vertaal losschrauben

Vertaal losschrauben van Duits naar Nederlands

Overzicht
Duits naar Nederlands:   Meer gegevens...
  1. losschrauben:

Duits

Uitgebreide vertaling voor losschrauben (Duits) in het Nederlands

losschrauben:

losschrauben werkwoord (schraube los, schraubst los, schraubt los, schraubte los, schraubtet los, losgeschraubt)

  1. losschrauben (losdrehen; abschrauben)
    losdraaien; losschroeven
    • losdraaien werkwoord (draai los, draait los, draaide los, draaiden los, losgedraaid)
    • losschroeven werkwoord (schroef los, schroeft los, schroefde los, schroefden los, losgeschroefd)
  2. losschrauben (abschrauben)
    afschroeven
    • afschroeven werkwoord (schroef af, schroeft af, schroefde af, schroefden af, afgeschroefd)
  3. losschrauben (abschrauben)
    openschroeven
    • openschroeven werkwoord (schroef open, schroeft open, schroefde open, schroefden open, opengeschroefd)
  4. losschrauben (aufdrehen; aufmachen; losdrehen; aufschrauben)
    openen; ontsluiten; opendraaien
    • openen werkwoord (open, opent, opende, openden, geopend)
    • ontsluiten werkwoord (ontsluit, ontsloot, ontsloten, ontsloten)
    • opendraaien werkwoord (draai open, draait open, draaide open, draaiden open, opengedraaid)

Conjugations for losschrauben:

Präsens
  1. schraube los
  2. schraubst los
  3. schraubt los
  4. schrauben los
  5. schraubt los
  6. schrauben los
Imperfekt
  1. schraubte los
  2. schraubtest los
  3. schraubte los
  4. schraubten los
  5. schraubtet los
  6. schraubten los
Perfekt
  1. habe losgeschraubt
  2. hast losgeschraubt
  3. hat losgeschraubt
  4. haben losgeschraubt
  5. habt losgeschraubt
  6. haben losgeschraubt
1. Konjunktiv [1]
  1. schraube los
  2. schraubest los
  3. schraube los
  4. schrauben los
  5. schraubet los
  6. schrauben los
2. Konjunktiv
  1. schraubte los
  2. schraubtest los
  3. schraubte los
  4. schraubten los
  5. schraubtet los
  6. schraubten los
Futur 1
  1. werde losschrauben
  2. wirst losschrauben
  3. wird losschrauben
  4. werden losschrauben
  5. werdet losschrauben
  6. werden losschrauben
1. Konjunktiv [2]
  1. würde losschrauben
  2. würdest losschrauben
  3. würde losschrauben
  4. würden losschrauben
  5. würdet losschrauben
  6. würden losschrauben
Diverses
  1. schraub los!
  2. schraubt los!
  3. schrauben Sie los!
  5. losgeschraubt
  6. losschraubend
1. ich, 2. du, 3. er/sie/es, 4. wir, 5. ihr, 6. sie/Sie

Vertaal Matrix voor losschrauben:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
afschroeven Abschrauben; Losschrauben
losschroeven Abschrauben; Losschrauben
ontsluiten Aufschluß
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
afschroeven abschrauben; losschrauben
losdraaien abschrauben; losdrehen; losschrauben
losschroeven abschrauben; losdrehen; losschrauben
ontsluiten aufdrehen; aufmachen; aufschrauben; losdrehen; losschrauben aufmachen; aufschlagen; aufschließen; entriegeln; eröffnen; öffnen
opendraaien aufdrehen; aufmachen; aufschrauben; losdrehen; losschrauben
openen aufdrehen; aufmachen; aufschrauben; losdrehen; losschrauben Gespräch anknöpfen; Zur Sprache bringen; anschneiden; aufmachen; aufschlagen; aufschließen; aufwerfen; ausbauen; ausbreiten; ausdehnen; ausweiten; einführen; einleiten; entriegeln; erweitern; expandieren; freigeben; hereinführen; hinführen; vergrößern; veröffentlichen; vorstellen; öffnen
openschroeven abschrauben; losschrauben







Uw gratis, snelle en simpele vertaal woordenboek

Copyright © 2000-2024 Interglot ®

Pagina gepresenteerd in 0.0184 seconde
Page rendered in 1.0 seconds