Home ->Woordenboeken ->Duits/Nederlands ->Vertaal lavieren

Vertaal lavieren van Duits naar Nederlands

Overzicht
Duits naar Nederlands:   Meer gegevens...
  1. lavieren:
  2. Wiktionary:

Duits

Uitgebreide vertaling voor lavieren (Duits) in het Nederlands

lavieren:

lavieren werkwoord (laviere, lavierst, laviert, lavierte, laviertet, laviert)

  1. lavieren (befahren; steuern; navigieren)
    varen; navigeren; bevaren
    • varen werkwoord (vaar, vaart, voer, voeren, gevaren)
    • navigeren werkwoord (navigeer, navigeert, navigeerde, navigeerden, genavigeerd)
    • bevaren werkwoord (bevaar, bevaart, bevoer, bevoeren, bevaren)
  2. lavieren (gegen den Wind einfahren)
    laveren; tegen de wind in varen; kruisen
  3. lavieren (steuern)
    koersen naar; koers zetten naar

Conjugations for lavieren:

Präsens
  1. laviere
  2. lavierst
  3. laviert
  4. lavieren
  5. laviert
  6. lavieren
Imperfekt
  1. lavierte
  2. laviertest
  3. lavierte
  4. lavierten
  5. laviertet
  6. lavierten
Perfekt
  1. habe laviert
  2. hast laviert
  3. hat laviert
  4. haben laviert
  5. habt laviert
  6. haben laviert
1. Konjunktiv [1]
  1. laviere
  2. lavierest
  3. laviere
  4. lavieren
  5. lavieret
  6. lavieren
2. Konjunktiv
  1. lavierte
  2. laviertest
  3. lavierte
  4. lavierten
  5. laviertet
  6. lavierten
Futur 1
  1. werde lavieren
  2. wirst lavieren
  3. wird lavieren
  4. werden lavieren
  5. werdet lavieren
  6. werden lavieren
1. Konjunktiv [2]
  1. würde lavieren
  2. würdest lavieren
  3. würde lavieren
  4. würden lavieren
  5. würdet lavieren
  6. würden lavieren
Diverses
  1. lavier!
  2. laviert!
  3. lavieren Sie!
  5. laviert
  6. lavierend
1. ich, 2. du, 3. er/sie/es, 4. wir, 5. ihr, 6. sie/Sie

Vertaal Matrix voor lavieren:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
laveren Navigieren
navigeren Manövrieren; Navigieren
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
bevaren befahren; lavieren; navigieren; steuern befahren
koers zetten naar lavieren; steuern anlaufen; anstreben; sich begeben
koersen naar lavieren; steuern
kruisen gegen den Wind einfahren; lavieren bekreuzigen; kreuzen
laveren gegen den Wind einfahren; lavieren ausweeichen; sich nicht festlegen
navigeren befahren; lavieren; navigieren; steuern befahren; lenken; navigieren; steuern
tegen de wind in varen gegen den Wind einfahren; lavieren
varen befahren; lavieren; navigieren; steuern segeln

Synoniemen voor "lavieren":

  • Klippen umschiffen; Schwierigkeiten meistern; taktieren

Wiktionary: lavieren

lavieren
  1. intransitiv, seemannssprachlich, veraltet: seitlings gegen den Wind segeln
lavieren
verb
  1. bij tegenwind zigzagswijze opzeilen
Cross Translation:
FromToVia
• lavieren → laveren ↔ louvoyer — marine|fr Faire plusieurs routes en zigzag au plus près du vent, en lui présenter tantôt un côté du bâtiment, tantôt l’autre.







Uw gratis, snelle en simpele vertaal woordenboek

Copyright © 2000-2024 Interglot ®

Pagina gepresenteerd in 0.0443 seconde
Page rendered in 1.0 seconds