Duits
Uitgebreide vertaling voor kokettieren (Duits) in het Nederlands
kokettieren:
-
kokettieren
Conjugations for kokettieren:
Präsens
- kokettiere
- kokettierst
- kokettiert
- kokettieren
- kokettiert
- kokettieren
Imperfekt
- kokettierte
- kokettiertest
- kokettierte
- kokettierten
- kokettiertet
- kokettierten
Perfekt
- habe kokettiert
- hast kokettiert
- hat kokettiert
- haben kokettiert
- habt kokettiert
- haben kokettiert
1. Konjunktiv [1]
- kokettiere
- kokettierest
- kokettiere
- kokettieren
- kokettieret
- kokettieren
2. Konjunktiv
- kokettierte
- kokettiertest
- kokettierte
- kokettierten
- kokettiertet
- kokettierten
Futur 1
- werde kokettieren
- wirst kokettieren
- wird kokettieren
- werden kokettieren
- werdet kokettieren
- werden kokettieren
1. Konjunktiv [2]
- würde kokettieren
- würdest kokettieren
- würde kokettieren
- würden kokettieren
- würdet kokettieren
- würden kokettieren
Diverses
- kokettier!
- kokettiert!
- kokettieren Sie!
- kokettiert
- kokettierend
1. ich, 2. du, 3. er/sie/es, 4. wir, 5. ihr, 6. sie/Sie
Vertaal Matrix voor kokettieren:
Werkwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
koketteren | kokettieren |
Synoniemen voor "kokettieren":
Wiktionary: kokettieren
kokettieren
verb
-
behaagziek zijn
Computer vertaling door derden: