Duits
Uitgebreide vertaling voor klagend (Duits) in het Nederlands
klagend:
-
klagend (griesgrämig)
-
klagend (jammernd; kläglich; jammervoll)
jeremiërend; klagerig; klaaglijk; jammerend-
jeremiërend bijvoeglijk naamwoord
-
klagerig bijvoeglijk naamwoord
-
klaaglijk bijvoeglijk naamwoord
-
jammerend bijvoeglijk naamwoord
-
-
klagend (kläglich; elend; quengelig; nörglerisch; jammervoll)
klagend; lamenterend; jeremiërend; jammerend; klaaglijk; weeklagend; klagelijk-
klagend bijvoeglijk naamwoord
-
lamenterend bijvoeglijk naamwoord
-
jeremiërend bijvoeglijk naamwoord
-
jammerend bijvoeglijk naamwoord
-
klaaglijk bijvoeglijk naamwoord
-
weeklagend bijvoeglijk naamwoord
-
klagelijk bijvoeglijk naamwoord
-
Vertaal Matrix voor klagend:
Zelfstandig Naamwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
negatief | Negativ | |
Bijvoeglijk Naamwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
klaaglijk | elend; jammernd; jammervoll; klagend; kläglich; nörglerisch; quengelig | |
klagelijk | elend; jammervoll; klagend; kläglich; nörglerisch; quengelig | |
klagerig | jammernd; jammervoll; klagend; kläglich | |
negatief | griesgrämig; klagend | verneinend |
zeurderig | griesgrämig; klagend | |
Bijwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
beklagend | griesgrämig; klagend | |
jammerend | elend; jammernd; jammervoll; klagend; kläglich; nörglerisch; quengelig | |
jeremiërend | elend; jammernd; jammervoll; klagend; kläglich; nörglerisch; quengelig | |
klagend | elend; jammervoll; klagend; kläglich; nörglerisch; quengelig | |
lamenterend | elend; jammervoll; klagend; kläglich; nörglerisch; quengelig | |
weeklagend | elend; jammervoll; klagend; kläglich; nörglerisch; quengelig |