Overzicht
Duits naar Nederlands: Meer gegevens...
- käuflich:
-
Wiktionary:
- käuflich → te koop, omkoopbaar, veil
Duits
Uitgebreide vertaling voor käuflich (Duits) in het Nederlands
käuflich:
-
käuflich (erhältlich; verkäuflich; lieferbar)
verkrijgbaar; te koop; in de handel verkrijgbaar; in de handel-
verkrijgbaar bijvoeglijk naamwoord
-
te koop bijvoeglijk naamwoord
-
in de handel verkrijgbaar bijvoeglijk naamwoord
-
in de handel bijvoeglijk naamwoord
-
-
käuflich (korrupt; bestechlich)
Vertaal Matrix voor käuflich:
Bijvoeglijk Naamwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
corrupt | bestechlich; korrupt; käuflich | |
omkoopbaar | bestechlich; korrupt; käuflich | |
verkrijgbaar | erhältlich; käuflich; lieferbar; verkäuflich | erhältlich; lieferbar |
Bijwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
in de handel | erhältlich; käuflich; lieferbar; verkäuflich | |
in de handel verkrijgbaar | erhältlich; käuflich; lieferbar; verkäuflich | |
te koop | erhältlich; käuflich; lieferbar; verkäuflich |