Duits

Uitgebreide vertaling voor jammervoll (Duits) in het Nederlands

jammervoll:

jammervoll bijvoeglijk naamwoord

  1. jammervoll (verteufelt; furchtbar; entsetzlich; )
    verduiveld; verdraaid; bliksems
  2. jammervoll (jammernd; kläglich; klagend)
    jeremiërend; klagerig; klaaglijk; jammerend
  3. jammervoll (klagend; kläglich; elend; quengelig; nörglerisch)
    klagend; lamenterend; jeremiërend; jammerend; klaaglijk; weeklagend; klagelijk
  4. jammervoll (jämmerlich; kläglich)
    deerlijk

Vertaal Matrix voor jammervoll:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
bliksems Blitze; Wetterleuchten
Bijvoeglijk NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
bliksems entsetzlich; furchtbar; fürchterlich; gewaltig; grauenerregend; grausig; gräßlich; jammervoll; mörderisch; schauderhaft; scheußlich; schrecken erregend; schrecklich; schändlich; teuflisch; tierisch; verteufelt
deerlijk jammervoll; jämmerlich; kläglich
klaaglijk elend; jammernd; jammervoll; klagend; kläglich; nörglerisch; quengelig
klagelijk elend; jammervoll; klagend; kläglich; nörglerisch; quengelig
klagerig jammernd; jammervoll; klagend; kläglich
verdraaid entsetzlich; furchtbar; fürchterlich; gewaltig; grauenerregend; grausig; gräßlich; jammervoll; mörderisch; schauderhaft; scheußlich; schrecken erregend; schrecklich; schändlich; teuflisch; tierisch; verteufelt verdreht; verschroben; verzerrt; verzogen
verduiveld entsetzlich; furchtbar; fürchterlich; gewaltig; grauenerregend; grausig; gräßlich; jammervoll; mörderisch; schauderhaft; scheußlich; schrecken erregend; schrecklich; schändlich; teuflisch; tierisch; verteufelt verdammt; verflixt; verflucht; verteufelt
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
jammerend elend; jammernd; jammervoll; klagend; kläglich; nörglerisch; quengelig
jeremiërend elend; jammernd; jammervoll; klagend; kläglich; nörglerisch; quengelig
klagend elend; jammervoll; klagend; kläglich; nörglerisch; quengelig
lamenterend elend; jammervoll; klagend; kläglich; nörglerisch; quengelig
weeklagend elend; jammervoll; klagend; kläglich; nörglerisch; quengelig