Duits
Uitgebreide vertaling voor jüngst (Duits) in het Nederlands
jüngst:
-
jüngst (vor kurzem; letztens; neulich)
kortgeleden; recentelijk; onlangs; laatstelijk; laatst; pas; kortelings-
kortgeleden bijwoord
-
recentelijk bijwoord
-
onlangs bijwoord
-
laatstelijk bijwoord
-
laatst bijvoeglijk naamwoord
-
pas bijwoord
-
kortelings bijwoord
-
-
jüngst (geringst)
Vertaal Matrix voor jüngst:
Zelfstandig Naamwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
pas | Ausweis; Ausweiskarte; Bankpaß; Bergpaß; Gebirgspaß; Paß; Reisedokument; Reisepaß; Schritt; Tritt | |
Bijvoeglijk Naamwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
laatst | jüngst; letztens; neulich; vor kurzem | |
Bijwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
kortelings | jüngst; letztens; neulich; vor kurzem | |
kortgeleden | jüngst; letztens; neulich; vor kurzem | |
laatstelijk | jüngst; letztens; neulich; vor kurzem | neulich |
onlangs | jüngst; letztens; neulich; vor kurzem | |
pas | jüngst; letztens; neulich; vor kurzem | gerade; neulich; vorhin |
recentelijk | jüngst; letztens; neulich; vor kurzem | |
Bijwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
jongst | geringst; jüngst |