Duits
Uitgebreide vertaling voor integer (Duits) in het Nederlands
integer:
-
integer
integer; onbesproken; onkreukbaar; rechtschapen-
integer bijvoeglijk naamwoord
-
onbesproken bijvoeglijk naamwoord
-
onkreukbaar bijvoeglijk naamwoord
-
rechtschapen bijvoeglijk naamwoord
-
-
integer
Vertaal Matrix voor integer:
Bijvoeglijk Naamwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
integer | integer | |
onbesproken | integer | einwandfrei; fehlerfrei; fleckenlos; korrekt; makellos; ordentlich; tadellos |
onkreukbaar | integer | |
rechtschapen | integer | aufrichtig; ehrlich; fair; fein; gerade; geradeheraus; gerecht; offen; offenherzig; pur; rechtschaffen; treugesinnt; treuherzig |
Not Specified | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
geheel getal | integer | ganze Zahl |
Synoniemen voor "integer":
Wiktionary: integer
integer
adjective
-
niet vatbaar voor omkoping en corruptie