Duits

Uitgebreide vertaling voor infam (Duits) in het Nederlands

infam:

infam bijvoeglijk naamwoord

  1. infam (beschämend; unerhört)
    beschamend
  2. infam (ehrlos; niederträchtig)
    eerloos; infaam
  3. infam (himmelschreiend; schaudererregend; freudlos; )
    zeer ergerlijk; godgeklaagd; hemeltergend; ten hemel schreiend

Vertaal Matrix voor infam:

Bijvoeglijk NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
beschamend beschämend; infam; unerhört
eerloos ehrlos; infam; niederträchtig
godgeklaagd betrübt; eingehend; einschneidend; elend; empörend; freudlos; furchtbar; fürchterlich; grauenerregend; grausam; grob; gräßlich; himmelschreiend; infam; schaudererregend; schauderhaft
hemeltergend betrübt; eingehend; einschneidend; elend; empörend; freudlos; furchtbar; fürchterlich; grauenerregend; grausam; grob; gräßlich; himmelschreiend; infam; schaudererregend; schauderhaft
infaam ehrlos; infam; niederträchtig
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
ten hemel schreiend betrübt; eingehend; einschneidend; elend; empörend; freudlos; furchtbar; fürchterlich; grauenerregend; grausam; grob; gräßlich; himmelschreiend; infam; schaudererregend; schauderhaft
zeer ergerlijk betrübt; eingehend; einschneidend; elend; empörend; freudlos; furchtbar; fürchterlich; grauenerregend; grausam; grob; gräßlich; himmelschreiend; infam; schaudererregend; schauderhaft

Synoniemen voor "infam":


Wiktionary: infam


Cross Translation:
FromToVia
infam berucht infamous — having a bad reputation
infam gemeen; infaam; laag; laaghartig; schunnig; vuig; immoreel; onzedelijk; zedeloos; zedenkwetsend; nietswaardig; verachtelijk; onguur; ploertig; rottig; afschuwelijk; ijselijk; afgrijselijk; verfoeilijk; abominabel abject — Qui est dans un état d’abjection, qui est rejeté et digne de l’être ; vil, méprisable.
infam laf; gemeen lâche — Méprisable