Overzicht
Duits naar Nederlands:   Meer gegevens...
  1. immer wieder:


Duits

Uitgebreide vertaling voor immer wieder (Duits) in het Nederlands

immer wieder:

immer wieder bijvoeglijk naamwoord

  1. immer wieder (jedes Mal; immer)
    steeds opnieuw

Vertaal Matrix voor immer wieder:

BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
steeds opnieuw immer; immer wieder; jedes Mal

Synoniemen voor "immer wieder":


Computer vertaling door derden:

Verwante vertalingen van immer wieder