Overzicht
Duits naar Nederlands:   Meer gegevens...
  1. hohläugig:


Duits

Uitgebreide vertaling voor hohläugig (Duits) in het Nederlands

hohläugig:

hohläugig bijvoeglijk naamwoord

  1. hohläugig (ausgezehrt; dürr; schmächtig; knöchern; spindeldürr)
    uitgeteerd; uitgemergeld; broodmager
  2. hohläugig (eingefallen)
    ingevallen
  3. hohläugig (eingefallen)
    hologig

Vertaal Matrix voor hohläugig:

Bijvoeglijk NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
broodmager ausgezehrt; dürr; hohläugig; knöchern; schmächtig; spindeldürr
hologig eingefallen; hohläugig
uitgemergeld ausgezehrt; dürr; hohläugig; knöchern; schmächtig; spindeldürr
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
ingevallen eingefallen; hohläugig
uitgeteerd ausgezehrt; dürr; hohläugig; knöchern; schmächtig; spindeldürr